De Open Plek - scriptie
Deze scriptie zat in de top 3 van de LVSC Scriptieprijs 2024.
Dit is een beeldend verhaal van een onderzoekstocht naar de verwaarlozing van team Madelief in het jeugddorp De Glind. Hun werkplek is het woonhuis van vier jongens met autismespectrumstoornis en ernstige gedragsproblematiek.
Na abrupte afstoting van de Hoenderloo Groep door Zorginstelling in 2020 is dit team halsoverkop bij elkaar gebracht. Het is aan de slag gegaan zonder noemenswaardige begeleiding vanuit de organisatie, totdat ze vastliepen. De manier waarop de afstoting heeft plaatsgevonden, heeft tot het verwaarlozingstrauma bij het team geleid.
In de twee jaar ontbrak aandacht en tijd voor hun eigen deskundigheid en leren. De samenwerking verliep stroef, er was onenigheid en het team ervaarde onveiligheid.
Het onderzoek richtte zich enerzijds op het vinden van een ‘open plek’ in de alledaagse drukte van dit team om tot heling, reflectie en nieuwe perspectieven te komen. Maar ook op bewustwording van de eigen morele grondhouding; de bezieling.
De open plek dus juist hier bedoeld als tussenwereld in het eigen denken en als mogelijkheid om in samenhang tot verdiept leren en ontwikkelen te komen en de juiste keuzes te maken.
Dit schuurt met de eenzijdige doelmiddelrationele opvattingen binnen het huidige maatschappelijke discours ten aanzien van de jeugdzorg als vakgebied. Immers, menselijk leed wordt vermeden of is een product van economische waarde. Terwijl nieuwe en andere perspectieven juist dan ontstaan wanneer onzekerheid en pijn toegelaten en erkend worden.
Dit onderzoek betreft een fenomenologisch exemplarisch handelingsonderzoek. Er wordt uitgegaan van de bestaande, complexe -door het team ervaren- werkelijkheid. Daarin ben ik evenzogoed onderzoeker als participant; mijn aanwezigheid is onderdeel van die te onderzoeken sociale realiteit. Het veranderingsproces wat zich voltrekt, is daarmee een onderzoeksinstrument van zichzelf. Het vertelt ons waar de specifieke (verander)behoeften van dit team liggen en hoe ze hun wensen kunnen verwezenlijken. De gedragsveranderingcyclus van Kurt Lewin biedt hierin een handzaam methodisch kader.
Een andere belangrijke methodische insteek is het bewust, nabij en aandachtige werken. Daarmee refereer ik niet alleen aan de onderzoeksmethodiek zoals Freire (in Coenen, 2012) die bedoelt met het leren in een subject-subject relatie, maar ook door toepassing van focusing (Gendlin, 2008) en het (be)tekenen, visualiseren en verbeelden waarbij ik mijn eigen gewaarwording als klankbord, toetssteen en oriëntatie in het proces en op inhoud heb kunnen inbrengen.
Tot slot het structurele gebruik van het leer- en ontwikkelmodel van Argyris en Schön (1978). Dit hielp mij in het voortdurend afstemmen op de resonantie van de interventies in het hart van de zaak; de onderliggende waarden en drijfveren; de kleine, particuliere open plek van het team en de afzonderlijke leden zelf.
De inkleuring van het onderzoek vindt plaats vanuit een sociaal-filosofische en humanistische bril waarbij er zeker ook spirituele invloeden te bespeuren zijn. Arendt, Baart, Hermsen, Kunneman en Moor en zijn o.a. mijn belangrijkste medereizigers bij deze ontdekkingstocht geweest. We zullen Kairos ontmoeten en het vraagstuk van de verwaarlozing in het kader van de morele bewogenheid plaatsen. Dit leverde wind onder de vleugels van mijn eigen bezieling en daarmee ook aan die van de ziel van dit verhaal van team
Madelief…
Alle artikelen